Afgelopen jaar trok het inmiddels demissionaire kabinet Rutte IV de portemonnee om iets te doen aan de druk op de koopkracht van gepensioneerden door de AOW-uitkering fors te verhogen per 1 januari 2023. En per 1 juli dit jaar is de AOW-uitkering nog een stukje verder omhoog gegaan. De vraag daarbij is in hoeverre de koopkracht van de AOW hierbij stabiel is gebleven.

Dit is niet alleen van belang voor gepensioneerden, maar ook voor werkenden die nog pensioen opbouwen. De AOW is immers één van de pijlers van het pensioeninkomen, naast bijvoorbeeld het pensioen dat via een werkgever wordt opgebouwd.

Voor werknemers en zelfstandigen die naast de AOW aanvullend pensioen opbouwen, is het handig om te weten hoe hoog de netto uitkering van het staatspensioen is. Dan kun je vervolgens een schatting maken van je totale pensioen op basis van de verdere opbouw via een werkgever, of met een eigen pensioenpot.

Sinds enkele weken zijn de nieuwe bedragen van de AOW-uitkering vanaf 1 juli 2023 bekend. Om op jaarbasis iets te kunnen zeggen over de stijging van de AOW, kunnen die vergeleken worden met de AOW-bedragen die twaalf maanden eerder golden. Vervolgens kan dit worden afgezet tegen de ontwikkeling van de inflatie op jaarbasis.

AOW per 1 juli 2023: stijging 9% op jaarbasis

De AOW kent twee varianten: een uitkering voor alleenstaanden en een uitkering voor iemand die getrouwd is of samenwoont. De uitkering voor een alleenstaande is hoger dan de uitkering voor iemand met een partner.

In de tabel hieronder geven we eerst de opbouw van de uitkering voor de alleenstaande en vervolgens wat iemand ontvangt die samenwoont of gehuwd is.

We vergelijken hierbij de AOW-bedragen van respectievelijk 1 juli 2022 en 1 juli 2023 gelden, waarbij we zowel de bruto als de netto uitkering vermelden.

Voor de bruto-uitkeringen is van belang dat hierin is verwerkt, dat de zogenoemde inkomensondersteuning AOW in 2023 is verlaagd naar 5 euro per maand. Dit was 26,38 euro per maand in 2022.

De tabellen hierboven leveren een aantal inzichten op:

  • De stijging bij de hierboven getoonde netto AOW-uitkeringen tussen juli 2022 en juli 2023 ligt rond de 9 procent.
  • Kijk je naar de inflatie, dan toont de consumentenprijsindex die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bijhoudt het volgende beeld. In de twaalf maanden tot en met juni 2023 komt het CBS uit op een gemiddelde prijsstijging van 5,7 procent. Hierbij moet wel vermeld worden dat het CBS afgelopen maand is overgestapt op andere manier van het meenemen van de ontwikkeling van energieprijzen. Als je dit op een consistente manier meeneemt, zou de inflatie in juni op jaarbasis eerder 8 procent hebben bedragen.
  • Per saldo komt dit erop neer dat, ook als je de wat hogere inflatie-schatting van 8 procent op jaarbasis neemt in de periode tot en met juni 2023, de stijging van de netto AOW-uitkeringen met 9 procent nog net iets hoger is.
  • In de bovenstaande tabellen is er een verschil tussen de netto AOW inclusief en exclusief de loonheffingskorting. Dat is een bedrag dat in mindering gebracht mag worden op de te betalen loonbelasting. Wie alleen een AOW-uitkering heeft, kan de heffingskorting daarop toepassen en betaalt daardoor minder belasting over de bruto AOW-uitkering. Hierdoor ligt de netto uitkering inclusief de loonheffingskorting hoger.
  • Ouderen die naast de AOW een aanvullend pensioen van de werkgever krijgen, moeten kiezen op welke uitkering ze de loonheffingskorting toepassen. Deze belastingkorting wordt doorgaans met één uitkering verrekend: dat kan de AOW-uitkering zijn, of een aanvullende pensioenuitkering. Pas je de heffingskorting niet toe op de AOW-uitkering, dan betaal je daar dus meer belasting over en is de netto AOW lager.

Kijk je naar de netto bedragen, dan ontvangt een alleenstaande AOW-er exclusief de loonheffingskorting per 1 juli afgerond 1.102 euro per maand. Inclusief de heffingskorting gaat het om afgerond 1.379 euro per maand.

Iemand die samenwoont of gehuwd is, krijgt vanaf 1 juli een netto uitkering van ongeveer 751 euro per maand exclusief de loonheffingskorting. Inclusief de heffingskorting gaat het om 939 euro per maand.

LEES OOK: Eerder met pensioen: de belangrijkste dingen die je moet weten over stoppen met werken, vóórdat je AOW krijgt